Onderzoek > “Een Phystrac-tractiebehandeling kan een operatie voorkomen.”


Margreet Meems studeerde Biomedische Wetenschappen in Maastricht en volgde daarna een Master Bewegingswetenschappen. In 2016 promoveerde ze met haar onderzoek ‘Carpal tunnel syndrome during pregnancy and the postpartum period and the effect of mechanical traction treatment’. Op de afdeling neurologie van het VieCuri ziekenhuis in Venlo onderzocht ze tussen 2013 en 2015 het effect van de behandeling van carpaal tunnel syndroom met het Phystrac-tractieapparaat.
Wat wist je van carpaal tunnel syndroom voor je met je promotieonderzoek begon?
“Eerlijk gezegd was ik niet bekend met CTS. Maar toen ik me erin ging verdiepen, merkte ik dat deze aandoening heel vaak voorkomt. Bijna iedereen die ik sprak kende wel iemand die CTS had of die eraan was geopereerd. Na research kwam ik erachter dat ongeveer 5 procent van de bevolking carpaal tunnel syndroom heeft. Onder bepaalde beroepsgroepen ligt dat percentage zelfs rond de 10 procent. Dat betekent dat heel veel mensen dagelijks pijn en ongemak ervaren. Toch was er tot nu toe relatief weinig representatief onderzoek gedaan naar een succesvolle conservatieve behandeling van CTS. Ik hoopte dat ik met mijn onderzoek mensen met CTS zou kunnen helpen.”
Wat heb je precies onderzocht?
“Ik heb het behandeleffect van de Phystrac-tractiebehandeling vergeleken met de effectiviteit van de gebruikelijke zorg. Deze bestaat onder meer uit een spalk voor ’s nachts en steroïde-injecties of een operatie. We wilden graag weten of CTS-patiënten een vermindering van de klachten ervaarden als gevolg van hun behandeling.”
Hoe ben je te werk gegaan?
“We hebben een gerandomiseerde trial opgezet, bestaande uit twee onderzoeksgroepen met een identieke samenstelling. In beide groepen zaten evenveel mannen als vrouwen, de gemiddelde leeftijd was hetzelfde en ook de ernst van de klachten was onder alle proefpersonen nagenoeg gelijk. Het enige verschil was de behandelmethode.
Van oktober 2013 tot en met mei 2015 hebben we 181 mensen laten deelnemen aan het onderzoek. Hiervan kregen 87 mensen de gebruikelijke zorg. De andere 94 mensen werden gedurende zes weken ongeveer twaalf keer behandeld met het Phystrac-tractieapparaat. Alle proefpersonen vulden na drie, zes en twaalf maanden een vragenlijst in waarop ze de mate van hun klachten konden aangeven.”
Wat zijn de uitkomsten van het onderzoek?
“In mei 2016 hadden alle proefpersonen de laatste vragenlijst ingevuld en kon ik de resultaten in kaart brengen. We vonden geen verschil in de mate van klachten. Kijkend naar het geheel van beide groepen waren de klachten in zes maanden tijd gemiddeld afgenomen. Opvallend was wel dat 43 procent van de proefpersonen in de groep met de gebruikelijke zorg in het jaar van het onderzoek aan CTS was geopereerd. In de groep die behandeld werd met het Phystrac-tractieapparaat had slechts 28 procent een operatie ondergaan. Dat betekent dat de Phystrac-tractiebehandeling in veel gevallen een operatie kan voorkomen.”
Ben je blij met de resultaten?
“Jazeker, want een operatie is een dure, ingrijpende oplossing die niet eens in alle gevallen effectief blijkt te zijn. Dan is het natuurlijk heel positief en fijn voor de patiënt als een relatief eenvoudige Phystrac-behandeling een operatie kan voorkomen. Dat hij of zij gewoon de dagelijkse dingen kan blijven doen en kan blijven werken.”
Heb je een advies voor mensen met CTS die twijfelen over de juiste behandelmethode?
“Ik denk dat het vooral belangrijk is om niet te lang te wachten met de behandeling van CTS. Tractie in een vroeg stadium kan de klachten namelijk aanzienlijk verminderen. Mocht het effect toch tegenvallen, dan is opereren altijd nog een optie. Maar als je een operatie kunt voorkomen, zou ik dat zeker eerst proberen.”
ZOEK BEHANDELAARLEES COMPLETE ONDERZOEK